![](http://d2w1s6o7rqhcfl.cloudfront.net/53095-header-1455480355.jpg)
Rijks Museum, rondleiding 3 oktober 2013
Rijks Museum Amsterdam
Rondleiding 3 oktober 2013
De ingang van het museum bestaat uit een eenvoudige draaideur in de fietspassage. Geen rij bezoekers ervoor, zoals in de weken na de opening. Wel veel passanten op weg naar het museumplein.
Voor de draaideur een medewerkster van het museum.
Binnen een zee van licht. Een echt Atrium. Ontworpen door de Spaanse architecten Cruz y Ortiz. Meteen een trap af. Langzaam, want er is veel te zien. Het glazen dak, met wel erg veel spijlen. Daaronder de drie enorme hangende witte rechthoekige hekken. Ontzettend veel lijnen, nog versterkt door schaduwen op de muur. De ramen in de roodstenen muur: rechthoekig en met bogen. Bovenin blinde boogramen, ook weer gestreept. Beneden een restaurant, daaronder een open winkel en nog lager een bookshop. Totaal 9 meter de diepte in.
Het Atrium wordt door de fietspassage gedeeld, of eigenlijk ook weer niet, want onder de passage door loop je gemakkelijk van het ene deel naar het andere.
Voor toegang tot de museumcollecties ga je door grote open grijze dozen. Medewerkers scannen er de toegangsbewijzen.
Marike Pluis leidt onze groep rond. Ze is enthousiast en zeer trots op het museum. Nog geen half jaar open en toch al 1000.000 bezoekers!
Een rondleiding van anderhalf uur voor het krijgen van een eerste indruk.
Op niveau 0 (jaren 1100-1600) door ‘kelderruimtes’ met gewelven. Ogen tekort. Italiaanse Renaissance. Altijd interessant.
Stop bij een glimmend geglazuurde keramische voorstelling van Maria met kind die bij nader inzien niet van Lucca Della Robbia blijkt te zijn, maar wel uit die tijd (1502) en wel uit Florence komt. Maria wordt geflankeerd door Hieronymus en Nicolaas. Onderaan spelen ze een rol in een soort stripverhaal in keramiek.
Even verder, uit dezelfde tijd (1504), een lang paneel met de 7 werken van barmhartigheid van de Meester van Alkmaar. O.a. voeden, kleden en onderdak bieden wordt de kijker voorgehouden. Jezus is op elk paneel aanwezig, maar vaak bij de toeschouwers op het schilderij. Op de houten lijsten onderaan in gotische letters 2-regelige verklarende teksten.
Terloops: Nederlandse woord ‘schilderen’ komt van het aanbrengen van kleur op een schild. Marike Pluis toont een beschilderd houten schild.
Via trappen naar de voorhal op niveau 2, waar vroeger de boekenbalie was. Symmetrie bij wanden, plafond en vloer. Enorme gebrandschilderde ramen als in een kathedraal. Helder, alsof ze er net ingezet zijn. Geen religieuze onderwerpen, maar uitbeelding van de kunsten: schilder-, bouw- en beeldhouwkunst.
Aan de wanden voorstellingen uit de Vaderlandse Geschiedenis op doek. Prima bewaard gebleven.
Rijk versierde gewelven. Iedere bloem of rank is opnieuw geschilderd of gerestaureerd. De mozaïekvloer is tijdens de verbouwing ingelegd naar oorspronkelijk voorbeeld.
Van de voorhal naar de eregalerij. Een soort middenschip met zijbeuken die ieder verdeeld zijn in 4 vakken met werk van Hals, Steen, Vermeer, e.a. In het veel lichtere ‘koorgedeelte’ trekt van ver de Nachtwacht van Rembrandt de aandacht. Het grote aantal aanwezigen illustreert het belang van de eregalerij.
Boven het eerste zijvak links zou ‘Haarlem’ kunnen staan. Een belangrijke plaats voor de kunsten in de 17e eeuw.
Een ongewoon ongedwongen ‘Portret van een stel’ van Frans Hals uit 1622 is op één doek weergegeven. De welgestelde handelaar Isaac Abrahamsz Massa en zijn vrouw Beatrix van der Laan zitten, ontspannen glimlachend, voor een beeldentuin in een wijds landschap. De rechterarm van haar leunt op de bovenarm van de man. Links onderaan een distel met de bijnaam ‘Männertreu’ (mannentrouw).
Het schilderij wordt geflankeerd door gescheiden, statiger en stijver portretten van een man en vrouw. Die manier van afbeelden was destijds veel gewoner.
Verder, richting ‘Nachtwacht’. Toch even uit de groep naar rechts: een prachtig, sober, zelfportret van een vrij jonge Jan Steen uit 1670 voor een eenvoudig landschap met bomen en ondergaande (?) zon.
Links De Staalmeesters van Rembrandt, waarvan we sinds kort weten dat de schilder in de compositie nogal wat geschoven heeft. De vijf afgebeelde staalmeesters waren textielkeurders, aangesteld door het stadsbestuur, van onbesproken gedrag en ‘onkreukbaar’. Op de achtergrond staat een bediende. Beslist geen stijf poserende figuren.
Voor het schilderij staan groepjes bezoekers. Desondanks is het van grote afstand goed te bekijken.
Links langs de Nachtwacht. Ondanks de bekendheid van het schilderij blijft het de aandacht trekken. Een grote groep toeschouwers staat er bewonderend voor.
Door een zaal met zwarte handgeschilderde sterren van Richard Wright op het plafond. Totaal 47.000 sterren in twee zalen! Iedere zaal 9 x 9 meter.
In de volgende ruimte is plotseling een groot zwart kanon op ons gericht. Het deelt de zaal in tweeën. Achter het kanon grote vitrines van de Franse ontwerper Wilmotte. Simpel van vorm, maar zeer effectief. Van het glas heb je eigenlijk geen last bij het bekijken en fotograferen van het zilverwerk.
Een vergulde zilveren kan met deksel loop je gemakkelijk voorbij. Marike Pluis wijst op het vernieuwende van Adam van Vianen (1568-1627) en zijn ‘kwabstijl’.
Einde rondleiding.
We maken keuzes voor de rest van de tijd: museumcafé, Geertgen tot Sint Jans, en de periode 1950 tot 2000.
Geertgen tot Sint Jans, ook bekend als Gerrit van Haarlem, woonde vanaf 1480 als lekenbroeder in het klooster van de Sint Jansheren te Haarlem. Hij is jong gestorven. Veel werk hangt in het buitenland: Duitsland, VS, Tsjechië, Rusland, Italie, etc. Het museum toont enkele van zijn werken, waaronder ‘De aanbidding door de drie koningen’. Kenmerkend voor hem zijn de lange, slanke figuren met eivormige hoofden. Alles zeer gedetailleerd geschilderd. Op de zaal tevens knappe, uit hout gesneden beelden van religieuze taferelen. Mooi belicht. En een gepolychromeerd terracotta Mariabeeld (Mater Dolarosa, uit ca 1500). Zeer levensecht weergegeven door de houding, vorm en kleur van het hoofd.
Met de lift naar niveau 3: 1950 tot 2000. Moderne Kunst. Weer lijkt een wapen op ons gericht. ‘Made in USA’ van Sjinkichi Tajiri. Een manshoog messing beeld uit 1964. Kenmerkend voor Tajiri.
Via Karel Appel komen we bij het New Babylon project van Constant van rond 1960. Het rijk van de homo ludens, zonder de verplichting van arbeid.
De vleugel eindigt in de grote zaal 3.4 met o.a. een sterk polyester ‘Relief met segment’ van Ad Dekkers uit 1967; en, anders dan wat we van hem gewend zijn, ‘Schotelrelief’ van Jan Schoonhoven (papier, karton, hout en witte verf uit 1963); ‘Acht gestapelde balken’ (ijzer, 1964) van Carel Visser, een kunstwerk dat kracht en optimisme uitstraalt. Het tijdsbeeld wordt vervolmaakt door de film ‘Afsluiting van het Veerse gat’ (Bert Haanstra) uit 1962.
Buiten in de museumtuin, zittend in de zon, beseffen we dat de sluiting van het Rijksmuseum wel erg lang geduurd heeft, maar dat men over alles goed heeft kunnen nadenken: van de entree tot de trappenhuizen; van de heggen buiten tot het Atrium binnen; van de heldere papieren plattegrond tot de website; van de wandkleuren tot de kleding van de medewerkers; de plaatsing van de 8000 kunstvoorwerpen .... etc, etc
Atrium
Mozaïekvloer voorhal niveau 2
Voorhal niveau 2