![](http://d2w1s6o7rqhcfl.cloudfront.net/53095-header-1455480355.jpg)
Ebru Umar
Lezing als voorbereiding op cultuurreis naar Istanbul
Amsterdam, 12 oktober 2013
Ebru Umar studeerde bedrijfskunde, is nu schrijfster.
Columns en interviews voor Metro, NRC, Libelle. Boek: Turkse verleidingen.
Istanbul is een wereldstad van ongeveer 20 miljoen inwoners, liggend op twee continenten. Een stad in ontwikkeling in een groot land met 80.000.000 Turken.
Heel drukke stad. Grote luxe, zelfs decadentie, tegenover eenvoud en armoede.
Bijna iedereen is moslim. Het geloof is in de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Meer vrouwen dragen een hoofddoek. Krijgen ze hiervoor misschien betaald? Boerka’s komen niet zo veel voor. Er is geen sharia.
In 1994 werd Erdogan burgemeester van Istanboel, een perfect begin voor het latere premierschap. Zij AK partij is fundamentalistisch volgens Ebru Umar. Er wordt gezegd dat de partij de landelijke verkiezingen gewonnen heeft door omkoping van arme stemmers, met bedragen rond 150 Lira (ongeveer €75,-). Dit lijkt niet zo veel, maar het is voor veel Turken een aanzienlijk bedrag.
Vrouwen worden nog steeds onderdrukt. Vriendjespolitiek komt veel voor. Critici van de regering worden hard aangepakt. In het voorjaar van 2013 sloeg het bewind opstanden van burgers hardhandig neer. De aanleiding was het kappen van bomen ten gunste van een ‘shopping mall’ in Istanbul. Erdogan gebruikte oorlogstaal. De opstanden waren echter zeer lokaal.
Er komen door de rellen minder westerse toeristen naar Turkije. Aan de andere kant: meer toeristen uit Arabische landen.
De Turkse Koerden krijgen de laatste tijd wat meer vrijheden. Men mag bijvoorbeeld Koerdisch praten. Dat is een van de positieve punten van de fundamentalisten. Ook hebben ze, anders dan vorige regeringen, de armoede als onacceptabel verschijnsel aangepakt. Er is geïnvesteerd in arme gebieden, o.a. door de bouw van ziekenhuizen en (moslim)scholen.
De huidige staat is tamelijk jong: sinds 1923 is het de Republiek Turkije. Daarvóór de lappendeken van het Ottomaanse Rijk.
Atatürk was eigenlijk een dictator die de scheiding van kerk en staat en het Latijns schrift invoerde en traditionele kleding verbood, zegt Ebru Umar.
In 1960, 1971, en 1983 waren er staatsgrepen van het leger.
Nu is er al een aantal jaren een zekere vooruitgang. Fundamentalisme en kapitalisme werken daarbij nauw samen. Toerisme, handel en textiel zijn belangrijke inkomstenbronnen voor Turkije.
Ouderen krijgen een pensioen, mits ze gewerkt hebben.